Rechtbank Arnhem oordeelt dat de heffing van rioolheffing van eigenaren geen strijd oplevert met de zogeheten Kaderrichtlijn Water.

Eiser, X, is eigenaar van een pand dat aangesloten is op de gemeentelijke riolering. In geschil is onder meer of de aanslag rioolheffing die X heeft gekregen, moet worden vernietigd vanwege het feit dat de heffing van rioolheffing van eigenaren in strijd is met de Kaderrichtlijn Water.

Rechtbank Arnhem oordeelt dat de heffing van rioolheffing van eigenaren geen strijd oplevert met de zogeheten Kaderrichtlijn Water. X beroept zich op art. 9 van deze richtlijn maar volgens de rechtbank bevat deze bepaling geen voldoende nauwkeurig bepaalde verplichtingen voor de lidstaten of rechten voor particulieren. De rechtbank kan de verordening rioolheffing daarom niet direct toetsen aan deze bepaling van de Kaderrichtlijn. De rechtbank verwerpt de stelling van X dat een heffing van de eigenaar niet strookt met het beginsel dat de vervuiler betaalt. Verder oordeelt de rechtbank dat de gemeente bij de rioolheffing de opbrengstlimiet niet heeft geschonden. Wel heeft de gemeente X ten onrechte niet gehoord. Het argument van de gemeente dat het bezwaar kennelijk ongegrond was, is niet juist. Het beroep van X is gegrond omdat de gemeente heeft gesteld dat zij de aanslag afvalstoffenheffing heeft vernietigd maar een besluit tot vernietiging heeft de rechtbank echter niet bereikt.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Arnhem

2

Gerelateerde artikelen