Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk maakt dat hij met de gemachtigde van X heeft afgesproken om voor de telefonische hoorzitting 0,5 punt te hanteren voor de kostenvergoeding.

Belanghebbende, X, laat een gemachtigde bezwaar maken tegen een WOZ-beschikking 2014 van de gemeente Oudewater. Er vindt een telefonische hoorzitting plaats tussen een medewerker van de gemeente en een medewerker van het kantoor van de gemachtigde. De heffingsambtenaar verklaart het bezwaar van X gegrond en kent een proceskostenvergoeding toe van € 378,50. Voor de hoorzitting hanteert de heffingsambtenaar 0,5 punt. Hij stelt dit afgesproken te hebben tijdens het telefoongesprek.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk maakt dat hij met de gemachtigde van X heeft afgesproken om voor de telefonische hoorzitting 0,5 punt te hanteren voor de kostenvergoeding. De gemachtigde van X heeft het bestaan van deze afspraak ontkend. Het hof ziet geen reden om aan de verklaring van de medewerker van de gemeente een groter gewicht toe te kennen dan aan de verklaring van de werknemer van de gemachtigde. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond en verhoogt de bezwaarkostenvergoeding.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:15-2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 1 februari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen