De Eerste Kamer heeft op 31 januari 2017 het wetsvoorstel Wijziging van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II naar aanleiding van de evaluatie van de verhuurderheffing (34548) aanvaard. De wijzigingen hebben betrekking op de heffingsvermindering, de heffingsvrije voet en de vrijstelling van de verhuurderheffing.

De heffingsvrije voet gaat van tien naar vijftig woningen. Het tarief van de verhuurderheffing wordt per 1 januari 2018 verhoogd. Er komt een vrijstelling voor rijksmonumenten. Er komt een nieuwe heffingsvermindering voor goedkope nieuwbouw. De heffingsvermindering zal € 20.000 per woning bedragen in zogenoemde schaarstegebieden, € 10.000 per woning in de rest van Nederland. Vanaf 1 januari 2018 wordt over een WOZ-waarde van maximaal € 250.000 verhuurderheffing berekend. Gemeenten in de Achterhoek en Noordoost Fryslân worden toegevoegd aan de gebieden waar de heffingsvermindering voor sloop en samenvoeging van woningen kan worden aangevraagd. Toegelaten instellingen in krimpgebieden worden vrijgesteld van de afdracht van verhuurderheffing indien zij particuliere woningen opkopen en aan hun sociaal verhuurbezit toevoegen. De vrijstelling geldt voor huurwoningen die de belastingplichtige in eigendom verwerft tussen 1 januari 2017 en 31 december 2021. De vrijstellingstermijn geldt voor twintig jaar. De bestaande heffingsvermindering voor de verbouw van niet voor bewoning bestemde ruimten tot huurwoningen wordt voortgezet tot en met in elk geval 2019. De heffingsvermindering wordt beperkt tot huurwoningen met een huur tot de aftoppingsgrens.

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Verhuurderheffing

Regelgevende instantie: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Editie: 1 februari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen