Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt in navolging van de rechtbank dat de heffingsambtenaar voldoende inzicht heeft verschaft in de kostendekking van de zuiveringsheffing. In de bezwaarfase geldt geen toezendplicht voor de op de zaak betrekking hebbende stukken.

X is exploitant van een autowasstraat. De heffingsambtenaar van Waterschap De Dommel legt een voorlopige aanslag zuiveringsheffing 2019 op. X stelt dat de heffingsambtenaar onvoldoende inzicht heeft verschaft in de ramingen van de baten en de lasten voor de zuiveringsheffing 2019. Ook stelt hij dat de op de zaak betrekking hebbende stukken niet ter inzage hebben gelegen en dat een tweede hoorzitting had moeten plaatsvinden. Rechtbank Oost-Brabant verklaart het beroep ongegrond. X komt in hoger beroep.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat het hoger beroep ongegrond is. De rechtbank heeft op goede gronden geoordeeld dat de heffingsambtenaar met het ter inzage leggen van de Beleidsbegroting 2019 bij het Waterschapshuis heeft voldaan aan de eis dat inzicht dient te worden verschaft in de ramingen van de baten en de lasten. In de bestreden uitspraak op bezwaar heeft de heffingsambtenaar naar deze openbare bron verwezen. X is per e-mail op de hoogte gesteld van de terinzagelegging. Dat gemachtigde om hem moverende redenen geen gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid om de stukken in te zien betekent niet dat de hoorplicht is geschonden of dat X in haar procesrecht is benadeeld. Het hof ziet dan ook geen reden waarom de heffingsambtenaar een tweede hoorzitting had moeten houden. Artikel 7.4, lid 4, Awb is evenmin geschonden. Een verplichting om de stukken aan de gemachtigde toe te zenden volgt niet uit artikel 7.4, lid 4, Awb of uit een andere bepaling in de Awb.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Waterschapswet 122d

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

8

Gerelateerde artikelen