Rechtbank Gelderland oordeelt dat alle in 2018 toegekende melkveefosfaatrechten kwalificeren als een bedrijfsmiddel waarvoor bij vervreemding een herinvesteringsreserve kan worden gevormd; dit geldt zowel voor de in de eigen onderneming benutte als onbenutte fosfaatrechten.
X heeft een gemengd bedrijf bestaande uit vleesvarkenshouderij in combinatie met een jongvee-opfok- en akkerbouwbedrijf. Op 1 januari 2018 krijgt X 2.436 kilogram melkveefosfaatrechten toegerekend. In 2018 benut X 10% hiervan in de eigen onderneming waarna door hem alle toegekende fosfaatrechten worden verkocht. Dit gebeurt in verband met de omschakeling van opfok van jongvee voor de melkveehouderij naar vleesvee. Als X in de aangifte IB voor boekwinst op de fosfaatrechten een herinvesteringsreserve vormt, wordt die door de inspecteur bij de aanslagregeling afgewezen. X gaat in beroep.
Rechtbank Gelderland verklaart het beroep van X gegrond. De rechtbank geeft aan dat fosfaatrechten in beginsel kunnen worden aangemerkt als bedrijfsmiddel. Dat in de loop van 2018 de fosfaatrechten zijn vervreemd, doet in beginsel niets af aan de kwalificatie van deze rechten als bedrijfsmiddel per 1 januari 2018. Uit de overlegde stukken en de verklaring van X ter zitting leidt de rechtbank af dat voldoende aannemelijk is dat X op 1 januari 2018 nog steeds de intentie heeft om een melkveehouderij te exploiteren en zelfs uit te breiden. De melkveefosfaatrechten kunnen aangemerkt worden als bedrijfsmiddel en voor de boekwinst op de verkoop van deze onbenutte fosfaatrechten kan in 2018 een herinvesteringsreserve worden gevormd. De beroepen zijn gegrond.
Lees ook het thema Fiscale aspecten rondom fosfaatrechten.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.30
Wet inkomstenbelasting 2001 3.54
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Dossiers: Agro
Instantie: Rechtbank Gelderland