Belanghebbende, X bv, dient op 30 september 2008 een verzoek in voor het bouwen van een bedrijfsverzamelgebouw op een formulier van de gemeente Zwijndrecht met de kop "Principeverzoek". X bv vult het formulier in samen met de architect die het ontwerp van het bedrijfsverzamelgebouw heeft gemaakt. In geschil is of de heffingsambtenaar van de gemeente Zwijndrecht X bv terecht een legesaanslag van € 8458,35 heeft opgelegd (50% van de normale leges).
Hof 's-Gravenhage (MK III, 30 november 2011, BK-11/00185) oordeelt in navolging van Rechtbank Dordrecht dat de gemeente X bv terecht leges in rekening heeft gebracht voor het principeverzoek. De rechtbank overwoog dat het in behandeling nemen van een principeverzoek door de gemeente kan worden aangemerkt als een dienst waarvoor de gemeente leges mag vragen. Dat X bv niet op de hoogte was van het feit dat aan de principeaanvraag kosten zijn verbonden, acht de rechtbank niet aannemelijk. Uit het feit dat zij aan iemand van de gemeente heeft laten weten geen hoge kosten te willen maken voor het principeverzoek, volgt volgens de rechtbank dat X bv zich ervan bewust was dat er kosten zijn verbonden aan het verzoek. Het had op de weg van X bv gelegen om te informeren naar de exacte hoogte van deze kosten. Het hof sluit zich aan bij de overwegingen van de rechtbank en voegt daar nog aan toe dat X bv een professionele speler is op de markt van onroerende zaken en dus op de hoogte behoort te zijn van de verschuldigdheid van leges bij verzoeken als deze. Het hof verklaart het hoger beroep van X bv ongegrond. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).