X is eigenaar van een woning. De WOZ-waarde naar waardepeildatum 1 januari 2007 is vastgesteld op € 326.000. Rechtbank 's-Hertogenbosch verklaart het beroep ongegrond. In hoger beroep is de waarde in geschil.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur de waarde niet aannemelijk maakt, nu één vergelijkingsobject deze waarde ondersteunt, maar één ander vergelijkingsobject die waarde juist ontkracht. X maakt de door hem voorgestane waarde ook niet aannemelijk, omdat de inhoudsmaten van de door hem gebruikte vergelijkingsobjecten niet juist zijn. Het hof bepaalt de waarde in goede justitie op € 317.000. Het hof kent een kostenvergoeding toe voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, naar 0,5 punt voor het gewicht van de zaak. Verder kent het hof een taxatievergoeding toe van 3,5 uur maal € 78. Dit valt binnen de marges van de tarieven die de taxateur van de inspecteur hanteert, zo is ter zitting gebleken. Gelet daarop, acht het hof aannemelijk dat het door de taxateur van X gehanteerde uurtarief marktconform is voor deze vorm van deskundigheid. Het hof acht de inspecteur er niet in geslaagd de gelieerdheid van de taxateur en de gemachtigde van X aan te tonen. De inspecteur toont ook niet aan dat de taxateur van X onvoldoende deskundig zou zijn.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch