Hof Den Haag oordeelt anders dan de rechtbank dat de verschuldigdheid van parkeerbelasting ter plaatse en de wijze waarop deze kon worden voldaan onvoldoende kenbaar was.

X parkeert zijn auto op een parkeerplaats in de gemeente Delft. X voldoet parkeerbelasting voor de duur van één uur. Hij ontvangt een naheffingsaanslag parkeerbelasting omdat op de bewuste plek alleen met een vergunning of dagvergunning geparkeerd kan worden. X stelt dat dit laatste niet duidelijk is gecommuniceerd door de gemeente. Rechtbank Den Haag verklaart zijn beroep ongegrond.

Hof Den Haag oordeelt anders dan de rechtbank dat de verschuldigdheid van parkeerbelasting ter plaatse en de wijze waarop deze kon worden voldaan onvoldoende kenbaar was. De gemeente had de verwarring die bij X bestond kunnen voorkomen door de borden anders te plaatsen. Het hof vernietigt de naheffingsaanslag parkeerbelasting, omdat de door de gemeente Delft gecreëerde verwarring voor haar rekening en risico komt. De heffingsambtenaar wijst erop dat Hof Den Haag eerder in een vergelijkbare situatie anders heeft beslist (Hof Den Haag 14 april 2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:860, V-N 2020/28.32.23), maar die vergelijking gaat niet op. De belanghebbende in die zaak had bij de parkeerautomaat betaald en is bij het teruglopen naar zijn auto de borden gepasseerd waarop staat dat alleen met een (dag)vergunning geparkeerd mag worden. X heeft met de parkeerapp betaald.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 225

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Den Haag

17

Gerelateerde artikelen