Belanghebbende, X, koopt op 19 april 2006 een appartementsrecht voor een bedrag van € 495.000 (vrij op naam). X verschilt met de gemeente Enkhuizen van mening over de hoogte van de WOZ-waarde 2010 (waardepeildatum 1 januari 2009). De gemeente verdedigt een waarde van € 452.500, X bepleit een waarde van € 318.120. Rechtbank Alkmaar verlaagt de WOZ-waarde naar een bedrag van € 440.000.
Hof Amsterdam sluit zich aan bij de beslissing van Rechtbank Alkmaar om de WOZ-waarde van de woning van X te verlagen van € 452.500 naar € 440.000. Terecht oordeelde de rechtbank dat de heffingsambtenaar met hetgeen in de uitspraak op bezwaar is vermeld en hetgeen in beroep is aangevoerd, er niet in is geslaagd de vastgestelde waarde aannemelijk te maken. De berekening van X, die uitsluitend gebaseerd is op kubieke meterprijzen, heeft de rechtbank echter eveneens terecht terzijde geschoven. Op basis van het enkele feit dat de WOZ-waarde van een andere woning in bezwaar fors is verlaagd (ten onrechte volgens de heffingsambtenaar) kan niet worden aangenomen dat de gemeente het gelijkheidsbeginsel heeft geschonden. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond en bevestigt de beslissing van de rechtbank.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Amsterdam