Hof Arnhem overweegt dat de handgeschreven aantekeningen van de rechtbankzitting niet voldoen aan de eisen die aan een proces-verbaal worden gesteld.

Belanghebbende, X, maakt met behulp van een gemachtigde met succes bezwaar tegen de WOZ-waarde 2010 van zijn onroerende zaak. De gemachtigde schakelt een taxateur in die voor een taxatierapport € 523,60 in rekening brengt (5,5 uren x € 80 vermeerderd met 19% btw). De gemeente vergoedt € 446,77 (5,5 uur x € 81,23). Als Rechtbank Arnhem de gemeente in het gelijk stelt, gaat X in hoger beroep.

Hof Arnhem overweegt allereerst dat de handgeschreven aantekeningen van de rechtbankzitting niet voldoen aan de eisen die aan een proces-verbaal worden gesteld. Het hof overweegt dat een proces-verbaal leesbaar moet zijn aangezien het voor zowel de partijen als de hogerberoepsrechter de kennisbron vormt van hetgeen ter zitting van de rechtbank is verhandeld. In verband met de leesbaarheid verdient het volgens het hof dan ook de voorkeur dat een proces-verbaal wordt getypt. In ieder geval is vereist dat de aantekeningen van de griffier uitgewerkt worden tot een leesbaar geheel. Het hof verbindt echter geen gevolgen aan het gebrekkige proces-verbaal aangezien partijen geen nadeel hebben ondervonden en aan terugverwijzing geen behoefte bestaat. Inhoudelijk is het hoger beroep gegrond, de gemeente heeft de uurvergoeding voor de taxateur namelijk onterecht niet verhoogd met de btw.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Arnhem

5

Gerelateerde artikelen