Advocaat-generaal Mengozzi concludeert dat het Hof van Justitie EU zich onbevoegd moet verklaren om de prejudiciële vraag van de Franse rechter te beantwoorden. De feiten die aan de zaak ten grondslag liggen, spelen zich namelijk uitsluitend af op Martinique.

Solar Electric Martinique SARL verkoopt en installeert met name zonne-energiegerelateerde toestellen op het (Franse) departement Martinique. Van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2007 past SEM het btw-tarief van 8,5% alleen toe op de kosten van de installatie van fotovoltaïsche panelen en zonneboilers op daken van woongebouwen. De Franse Belastingdienst stelt echter dat de handelingen met het oog op de installatie van fotovoltaïsche panelen en zonneboilers werken in onroerende staat vormen en dus ook de kosten voor de levering van die toestellen moeten omvatten. De Belastingdienst corrigeert vervolgens de maatstaf van heffing van deze handelingen. De Franse rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.

Advocaat-generaal Mengozzi concludeert dat het Hof van Justitie EU zich onbevoegd moet verklaren om de prejudiciële vraag van de Franse rechter te beantwoorden. De A-G wijst er daarbij op dat de feiten die aan deze zaak ten grondslag liggen zich uitsluitend afspelen op Martinique, en dat Martinique een van de overzeese departementen van Frankrijk is die uitdrukkelijk van het geografische toepassingsgebied van de Zesde richtlijn en de btw-richtlijn zijn uitgesloten. Deze zaak valt volgens de A-G dan ook buiten de werkingssfeer van de relevante bepalingen van het EU-recht. De A-G onderzoekt vervolgens nog wel de door de Franse rechter gestelde vraag en concludeert dat er geen aanwijzing is dat elke installatie van een roerende zaak, zoals een fotovoltaïsch paneel of een zonneboiler, op een onroerende zaak een werk in onroerende staat vormt.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 3 juli

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen