Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de verkrijging van de aandelen is vrijgesteld van overdrachtsbelasting. Als namelijk door de bv-structuur wordt heen gekeken, zou de verkrijging zijn vrijgesteld van overdrachtsbelasting.

A bv beschikt over een vastgoedportefeuille. De aandelen van A bv zijn in handen van Q, de vader van belanghebbende, X. Q houdt zich bezig met het aankopen, ontwikkelen, verkopen en verhuren van onroerende zaken. Sinds mei 2010 is X werkzaam bij A bv, en ondersteunt zij haar vader bij zijn werkzaamheden. Op 25 september 2013 schenkt Q de aandelen A bv aan X. Ook neemt X meteen alle werkzaamheden van Q over. In geschil is of X zich terecht beroept op de vrijstelling van art. 15 lid 1 onderdeel b Wet BRV. Volgens de inspecteur is deze vrijstelling namelijk niet van toepassing. Hij legt dan ook een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting op aan X. Niet in geschil is dat de aandelen in A bv moeten worden aangemerkt als fictieve onroerende zaken, en dat de vastgoedportefeuille dienstbaar is aan, en behoort tot, de materiële onderneming van A bv. Ook is niet in geschil dat er naar de letter van de wet geen sprake is van een vrijgestelde verkrijging.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de verkrijging van de aandelen op grond van de wetsgeschiedenis, de strekking van de doorkijkarresten (HR 23 februari 2007, nr. 41591, V-N 2007/14.27 en HR 10 juni 2011, nr. 10/00498, V-N 2011/32.19), en de structuur van WBR is vrijgesteld van overdrachtsbelasting. De rechtbank overweegt daarbij onder andere dat het de ratio van art. 4 WBR is om, door een meer economische benadering, het in wezen gelijke gelijk te behandelen. Hierbij merkt de rechtbank op dat het aannemelijk is dat Q, door zijn positie, en de aard van zijn werkzaamheden binnen de bv, als IB-ondernemer een IB-onderneming zou hebben gedreven, als de onderneming van de bv door hem als eenmanszaak zou zijn geëxploiteerd. Verder wijst de rechtbank er nog dat X de positie van Q, en zijn werkzaamheden, volledig heeft overgenomen en voort heeft gezet. Als door de bv-structuur wordt heen gekeken, zou de verkrijging zijn vrijgesteld van overdrachtsbelasting. Rechtbank Noord-Holland vernietigt de naheffingsaanslag overdrachtsbelasting.

Lees ook het thema Onroerendezaakrechtspersonen in de overdrachtsbelasting

(Deze uitspraak ontvangen wij van een abonnee, die wij daarvoor hartelijk danken.)
Uitspraak
 

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 15

Wet op belastingen van rechtsverkeer 4

 

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 3 juli

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen