X is gebruiker van een woning in de nabijheid van de N18. De woning is in december 2015 onteigend door de Staat. Aan X is voor belastingjaar 2016 een gebruikersbeschikking afgegeven. Hij komt hiertegen in bezwaar. De gemeente vermindert de waarde. In beroep stelt de gemeente dat het bezwaar niet-ontvankelijk had moeten worden verklaard, omdat X geen belang heeft bij het bezwaar.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat voor de beoordeling van het belang van X als gebruiker aansluiting dient te worden gezocht bij het bepaalde in art. 28 lid 1 laatste zin Wet WOZ. Slechts wanneer het waardegegeven op grond van een wettelijk voorschrift wordt gebruikt en X hierdoor in zijn individuele belang kan worden geraakt, is er een belang in deze zin. De omstandigheden die X heeft aangevoerd voldoen niet aan dit criterium. Het wel of niet kunnen bouwen op zijn perceel hangt niet af van de WOZ-waarde van het perceel met daarop de woning. De onduidelijkheid over de perceeloppervlakten leidt evenmin tot een belang, nu de beschikking van de heffingsambtenaar daarvoor niet doorslaggevend is en de heffingsambtenaar is uitgegaan van de gegevens in het kadaster. Ook de prijs die de Staat voor het perceel moet betalen, wordt niet beïnvloed door de WOZ-waarde, althans niet op grond van de wet. De heffingsambtenaar heeft terecht opgemerkt dat het bezwaar niet ontvankelijk had moeten worden verklaard. Er is geen kennelijk niet-ontvankelijk bezwaar. De ontvankelijkheid diende getoetst te worden aan de mogelijke belangen van X, waarvoor feiten van belang waren die deels pas in beroep helder zijn geworden.
Lees ook het thema over de WOZ.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 28
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 3 juli