X en zijn broer en drie zussen zijn ieder voor een vijfde deel eigenaar van een gemeubileerde woning in de gemeente Bergen. De vijf mede-eigenaren behoren niet tot hetzelfde gezin. Zij hebben ieder een eigen gezin of zijn alleenstaand. De woning wordt niet verhuurd aan derden. X heeft geen hoofdverblijf in de gemeente Bergen. In geschil is de aanslag forensenbelasting van € 3667 die de heffingsambtenaar van de gemeente aan X heeft opgelegd.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in navolging van Rechtbank Alkmaar dat X ten onrechte een aanslag forensenbelasting heeft gekregen. Vaststaat dat ieder van de eigenaren voor een vijfde deel gerechtigd is tot de woning. Ten aanzien van de verdeling van het gebruiksrecht van de woning over de vijf mede-eigenaren heeft het hof geen redenen om te twijfelen aan de verklaring van X dat ieder van de eigenaren gedurende twee maanden per jaar de beschikking heeft over de woning en dat voor de maanden juli en augustus een nadere afspraak wordt gemaakt tussen de eigenaren voor het gebruik. Niet gesteld of gebleken is dat voor deze zomermaanden aan X een recht is toegekend dat afwijkt van een recht van gebruik op basis van evenredigheid. De heffingsambtenaar heeft onvoldoende aannemelijk kunnen maken dat de afspraak tussen de mede-eigenaren niet geloofwaardig is. Het hof verwerpt ook de subsidiaire stelling van de heffingsambtenaar dat de woning slechts gedurende 100 dagen is gebruikt en voor de rest van het jaar ter beschikking heeft gestaan aan X. Het hoger beroep van de heffingsambtenaar is ongegrond.