Hof Amsterdam oordeelt dat de Rechtbank Noord-Holland ten onrechte BPM-teruggaven heeft verleend in verband met een vermindering van de CO2-uitstootwaarde met 6 gram per km.

X voldoet in de jaren 2018 - 2020 BPM op aangifte in verband met de kentekenregistratie van ruim 1000 door haar ingevoerde personenauto’s. X is het hier niet mee eens en ook niet met enkele aan haar opgelegde naheffingsaanslagen.

In hoger beroep zijn, naast uiteenlopende grieven van vooral formeelrechtelijke en procedurele aard, de door Rechtbank Noord-Holland toegepaste verminderingen die verband houden met de CO2-uitstootwaarde in geschil.

Hof Amsterdam oordeelt dat de Rechtbank Noord-Holland ten onrechte BPM-teruggaven heeft verleend in verband met een vermindering van de CO2-uitstootwaarde met 6 gram per km. Voor geen van de onderwerpelijke auto’s is aannemelijk gemaakt dat er een hogere CO2-uitstootwaarde als heffingsgrondslag is gehanteerd dan de CO2-uitstootwaarde die is toegepast bij de registratie van vergelijkbare Nederlandse auto’s.

Voor de uitspraken van de rechtbank waarin alleen de CO2-uitstootwaarde aan de orde is, betekent dit dat geen terug te geven bedrag resteert. In die zaken verklaart het hof het beroep alsnog ongegrond. De gevolgen voor de overige uitspraken zijn in een bijlage bij de uitspraak opgenomen. Daarnaast merkt het hof op dat X in de hoger beroepen ook diverse grieven aanvoert die al door de Hoge Raad zijn verworpen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 16a

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 9

Instantie: Hof Amsterdam

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Editie: 3 januari

Informatiesoort: VN Vandaag

Focus: Focus

2706

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen