Belanghebbende, X, is het niet eens met een legesnota die de gemeente Maastricht hem heeft opgelegd in verband met de verstrekking van kopieën.
Hof 's-Hertogenbosch vernietigt de legesnota voor de verstrekking van kopieën omdat deze berust op een onjuiste grondslag. Omdat de kopieën zijn verstrekt in het kader van een bezwaarprocedure, vloeit de bevoegdheid van de gemeente tot het in rekening brengen van kosten rechtstreeks voort uit art. 7:4 Awb. De gemeenteraad van Maastricht heeft, blijkens de legesverordening burgergerichte diensten, besloten om deze kosten via legesheffing in rekening te brengen. De legesnota die de heffingsambtenaar heeft verstuurd, heeft echter als grondslag een andere legesverordening, te weten de legesverordening fysieke diensten. De heffingsambtenaar erkent dat de legesnota niet op laatstgenoemde verordening kan worden gebaseerd. Conversie van een onjuiste nota in een andere juiste nota acht het hof niet mogelijk, omdat de aard van de nota zich hiertegen verzet (vgl. HR 15 januari 2010, nr. 09/00373, V-N 2010/6.8). Het hof neemt hierbij in aanmerking dat de twee legesverordeningen ieder een eigen terrein aan gemeentelijke verrichtingen beslaan. Net zomin als, bijvoorbeeld, een aanslag in de inkomstenbelasting geconverteerd kan worden in een aanslag inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet, kan een nota fysieke diensten worden geconverteerd in een nota burgergerichte diensten.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:4
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch