Hof Amsterdam wijst het verzoek om uitstel voor de zitting af en bevestigt de door de rechtbank vastgestelde waarde.

X is eigenaar van een woning. In geschil is de WOZ-waarde naar waardepeildatum 1 januari 2005. Rechtbank Utrecht heeft het beroep ongegrond verklaard. De gemachtigde van X verzoekt de dag voor de zitting bij het hof deze zitting te verdagen/te beëindigen, onder meer omdat er nog een procedure bij de Hoge Raad loopt.

Hof Amsterdam wijst het verzoek af, omdat zwaarder wegende - bij de behandeling van de zaak betrokken - belangen aan uitstel in de weg staan. Het hof heeft hierbij meegewogen dat de gemachtigde van X kennelijk niet verhinderd was de zitting bij te wonen, maar niet op de uitnodiging van het hof is ingegaan, omdat hij dat niet opportuun acht. De stelling dat de zaak reeds bij de Hoge Raad aanhangig is, kan op zichzelf niet als een reden voor uitstel van de mondelinge behandeling worden aangemerkt. Voor het geval gemachtigde heeft bedoeld naar een andere - vergelijkbare - zaak te verwijzen die op het moment van zijn verzoek bij de Hoge Raad aanhangig was, acht het hof die omstandigheid op zichzelf van onvoldoende gewicht voor uitstel van behandeling van deze zaak. Het hof overweegt dat de rechtbank op goede gronden een juiste beslissing heeft gegeven. Hetgeen in hoger beroep is aangevoerd, werpt geen nieuw of ander licht op de zaak. Het hof verklaart het hoger beroep ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Amsterdam

0

Gerelateerde artikelen