Hof Den Haag oordeelt anders dan de rechtbank dat de aanslagen rioolheffing bevoegdelijk zijn opgelegd.

Belanghebbende, X, is eigenaar en gebruiker van een onroerende zaak in de gemeente Sliedrecht. In geschil zijn de aanslagen rioolheffing (eigenaren- en gebruikersdeel) die aan X zijn opgelegd.

Rechtbank Rotterdam vernietigt de aanslagen vanwege een niet-hersteld bevoegdheidsgebrek.

Hof Den Haag oordeelt dat de aanslagen rioolheffing bevoegdelijk zijn opgelegd. De directeur Gemeentebelastingen Drechtsteden heeft bij het opleggen van de aanslagen en voor diverse proceshandelingen gebruik gemaakt van het briefpapier van de gemeente Sliedrecht en heeft daarbij ondertekend als 'heffingsambtenaar van de gemeente Sliedrecht'. Er is geen sprake van een bevoegdheidsgebrek, aangezien de bevoegde heffingsambtenaar - de directeur Gemeentebelastingen Drechtsteden - alle handelingen heeft verricht als directeur, optredend als heffingsambtenaar als bedoeld in art. 232 lid 4 letter a, juncto art. 231 lid 2 letter b Gemeentewet. Het hoger beroep van de heffingsambtenaar slaagt. Volgt terugwijzing naar de rechtbank voor een beslissing over het materiële geschilpunt.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 232

Gemeentewet 231

Gemeentewet 228a

Algemene wet bestuursrecht 6:22

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Den Haag

1

Gerelateerde artikelen