Hof Arnhem oordeelt dat de gemeente niet aannemelijk maakt dat haar taxateur rekening heeft gehouden met het specifieke imago van serviceflats.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een appartement op de eerste verdieping van een appartementengebouw uit 1966. Het appartementengebouw betreft een serviceflat. In geschil is de WOZ-waarde van het appartement voor belastingjaar 2010. Rechtbank Arnhem heeft de WOZ-waarde verlaagd van € 129.000 naar € 85.000. De gemeente Zwolle is het niet eens met deze verlaging en stelt hoger beroep in tegen de rechtbankuitspraak. De gemeente overlegt een taxatierapport waarin de waarde wordt berekend op € 130.000.

Hof Arnhem oordeelt dat de gemeente niet aannemelijk maakt dat haar taxateur rekening heeft gehouden met het specifieke imago van serviceflats dat meebrengt dat de waarde ervan in belangrijke mate lager is dan die van vergelijkbare flats (HR 3 februari 2012, nr. 10/05475, V-N 2012/9.9). X wijst op de sterk teruggelopen behoefte aan serviceflats die veel meer te maken heeft met het gehele concept van de serviceflat als zodanig dan met de servicekosten. De taxateur van de gemeente heeft deze stellingname niet weerlegd. Verder is in het rapport van de taxateur geen uitsplitsing gemaakt van servicekosten waartegenover persoonlijke diensten staan en servicekosten die niet samenhangen met de persoonlijke voorkeuren van de gezamenlijke bewoners. Met de enkele ‘Aftrek leegstand/imago' die door de taxateur is gesteld op 10% en die wordt gecompenseerd door de eveneens op 10% gestelde ‘Meerwaarde ligging v/h complex' kunnen de vergelijkingsgegevens niet worden herleid tot de vastgestelde waarde van het appartement van X. Het hof ziet dan ook geen reden de door de rechtbank in goede justitie bepaalde waarde te corrigeren. Het hoger beroep van de gemeente is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Arnhem

2

Gerelateerde artikelen