De Hoge Raad oordeelt dat het hof bij zijn beslissing om de WOZ-waarde 2004 te verminderen tot € 1.575.183 de waarde van de opstallen is vergeten.

Belanghebbende, X bv, is eigenaar en gebruiker van een sportcomplex. De grond waarop de opstallen zich bevinden, heeft X bv in erfpacht. Op 1 januari 2004 zijn de opstallen voor 50% gereed. X bv verschilt met de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam van mening over de WOZ-waarde van € 7.458.500 voor belastingjaar 2004 (waardepeildatum 1 januari 1999) en € 15.381.500 voor belastingjaren 2005 en 2006 (waardepeildatum 1 januari 2003). Hof Amsterdam vermindert de WOZ-waarde 2004 in hoger beroep tot € 1.575.183 en laat de waarde voor de jaren 2005/2006 in stand. Het college van B&W van de gemeente Amsterdam stelt tegen de beslissing van het hof cassatie in.

De Hoge Raad oordeelt dat het hof bij zijn beslissing om de WOZ-waarde 2004 te verminderen tot € 1.575.183 de waarde van de opstallen is vergeten. Het hof heeft miskend dat de WOZ-beschikking 2004 mede betrekking had op de opstallen waarvan de waarde (€ 4.725.500) tussen partijen niet in geschil is. Het hof heeft de waarde van de opstallen dan ook ten onrechte op de beschikte waarde in mindering gebracht. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van de gemeente gegrond en vermindert de WOZ-waarde 2004 tot € 6.300.683. Voor het overige kunnen de klachten, gelet op art. 81 Wet RO, niet tot cassatie leiden.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hoge Raad (Belastingkamer)

1

Gerelateerde artikelen