Advocaat-generaal Kokott concludeert dat de Hongaarse advertentiebelasting niet in strijd met het EU-recht is en dat een specifieke registratieplicht voor de heffing en inning van deze belasting op zich niet in strijd is met de vrijheid van dienstverrichting.

Het Ierse Google Ireland Limited oefent in 2016 aan Hongaarse advertentiebelasting onderworpen activiteiten uit. De belasting is van toepassing op ondernemingen die slechts online diensten in de Hongaarse taal aanbieden, zonder dat deze diensten noodzakelijkerwijs in Hongarije ‘verbruikt’ worden. Google verzuimt echter om te voldoen aan haar verplichting tot registratie in verband met de aanvang van haar belastbare activiteiten. In verband hiermee legt de Hongaarse Belastingdienst een boete van € 3 mln op aan Google. Google is het hier niet mee eens. De Hongaarse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Advocaat-generaal Kokott concludeert dat de Hongaarse advertentiebelasting niet in strijd met het EU-recht is en dat een specifieke registratieplicht voor de heffing en inning van deze belasting op zich niet in strijd is met de vrijheid van dienstverrichting. De specifieke wijze waarop de Hongaarse wet op de advertentiebelasting dwangmaatregelen oplegt aan buiten Hongarije gevestigde ondernemingen vormt volgens de A-G echter een indirecte beperking van de vrijheid van dienstverrichting die vanwege haar onevenredigheid niet gerechtvaardigd is. Voor de inperking van de rechtsbescherming tegen de bijzonder hoge dwangsommen die met betrekking tot de advertentiebelasting worden opgelegd, geldt dat dit een ongerechtvaardigde beperking van de vrijheid van dienstverrichting vormt.

Wetsartikelen:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 56

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)

Editie: 10 februari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen