De heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg legt aan X bv een naheffingsaanslag parkeerbelasting op. Als de gemeente het bezwaar tegen deze aanslag afwijst, stelt X bv beroep in bij Rechtbank Breda. X bv vindt het niet terecht dat voor haar het hoge griffierecht (€ 302) voor niet natuurlijke personen geldt nu de bestuurder van het voertuig een natuurlijk persoon was. Zij stelt verder dat het bedrag van het griffierecht niet in verhouding staat tot de hoogte van de naheffingsaanslag parkeerbelasting.
Rechtbank Breda oordeelt dat het hoge griffierecht voor niet natuurlijke personen geldt voor het beroep van X bv tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting. De omstandigheid dat de bestuurder van een voertuig altijd een natuurlijk persoon is, heeft niet tot gevolg dat dan ook per definitie het griffierechttarief voor natuurlijke personen dient te gelden. Indien de procedure betrekking heeft op een niet natuurlijk persoon dan is het hoge tarief verschuldigd. De rechtbank verwerpt ook de grief van X bv dat het bedrag van de naheffingsaanslag in geen verhouding staat tot de hoogte van het griffierecht. De hoogte van het griffierecht, zo overweegt de rechtbank, is namelijk niet gekoppeld aan het (financiële) belang van de zaak. Van een concrete situatie die matiging van het griffierecht rechtvaardigt, is evenmin sprake, nu X bv niet aannemelijk heeft gemaakt dat door de heffing van het griffierecht de toegang tot de rechter niet langer gewaarborgd zou zijn. Het beroep is niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Breda