A, de stiefdochter van belanghebbende (X), schrijft zich op 15 augustus 2006 in voor de opleiding tot Sociaal Pedagogisch Werker. Op 12 september 2007 schrijft zij zich uit. In haar IB-aangifte 2007 claimt belanghebbende € 330 wegens uitgaven voor levensonderhoud van kinderen jonger dan 30 jaar over het eerste kwartaal van 2007. De inspecteur corrigeert de aanslag, omdat belanghebbende geen recht op de aftrek zou hebben.
of Arnhem oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op aftrek wegens uitgaven voor levensonderhoud van kinderen jonger dan 30 jaar. Het hof overweegt hierbij dat pas recht op aftrek bestaat als de bijdrage van belanghebbende ten minste € 393 per kwartaal bedraagt. Aangezien de inkomsten van A over het eerste kwartaal van 2007 € 2.789 hebben bedragen en haar kosten € 3.011, heeft belanghebbende zich volgens het hof gedrongen kunnen voelen om € 222 bij te dragen in het levensonderhoud van A, zodat de drempel van € 393 niet wordt overschreden. Hierbij neemt het hof onder andere de ontvangen huur- en zorgtoeslag in aanmerking als inkomsten van A. Het gelijk is aan de inspecteur.