Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het begrip ‘met ander handelingen samenhangende handeling’ uit art. 288 Btw-richtlijn verwijst naar bepaalde handelingen die niet tot de gebruikelijke bedrijfswerkzaamheden van de belastingplichtige behoren.

CT is universitair docent. Hij oefent daarnaast zelfstandig meerdere beroepen uit, zoals: accountant, belastingconsulent, faillissementscurator en advocaat. Ook ontvangt hij inkomsten als auteur van artikelen en werken. Verder verhuurt hij een pand, waarvan hij mede-eigenaar is, aan een vennootschap waarvan hij beherend vennoot is. In geschil is de drempel voor de KOR. Volgens de Roemeense Belastingdienst overschrijdt CT de drempel van € 65.000, omdat ook rekening moet worden gehouden met de inkomsten uit de verhuur van het pand. De fiscus stelt daarbij dat de verhuur niet als een louter op bijkomstige wijze met de activiteiten als faillissementscurator ‘samenhangende handeling’ kan worden aangemerkt. De Roemeense rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak en wil met name weten of de verhuur van het pand voor de toepassing van de KOR (art. 288 Btw-richtlijn) een ‘met andere handelingen samenhangende handeling’ vormt.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het begrip ‘met ander handelingen samenhangende handeling’ uit art. 288 Btw-richtlijn verwijst naar bepaalde handelingen die niet tot de gebruikelijke bedrijfswerkzaamheden van de belastingplichtige behoren. Het is aan de nationale autoriteiten om te onderzoeken of dat het geval is. In de casus van CT moeten zij rekening houden met het feit dat de bedrijfszetel van de door CT uitgeoefende activiteit als faillissementscurator is gevestigd op het adres van het verhuurde pand waarvan hij mede-eigenaar is. Verder is van belang dat het pand door CT wordt verhuurd aan een rechtspersoon waarvan hij beherend vennoot is. Ook wordt er op gewezen dat deze rechtspersoon zijn bedrijfszetel heeft in dat pand en dat die rechtspersoon soortgelijke activiteiten uitoefent als CT. Het staat dan aan de nationale rechter om te beoordelen of deze omstandigheden aantonen dat de verhuur in kwestie tot de gebruikelijke beroepsactiviteit van CT behoort.

[Bron Uitspraak]

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)

Editie: 10 juli

12

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen