Rechtbank Gelderland oordeelt dat het ontbreken van een A1-verklaring niet tot gevolg heeft dat de inspecteur geen premies mag heffen. Wanneer geen A1-verklaring is afgegeven, kan daaruit hooguit de conclusie worden getrokken dat onzekerheid over de toepasselijke wetgeving bestaat.

X is Rijnvarende. In geschil is of X recht heeft op vrijstelling voor de premies volksverzekeringen. Volgens de inspecteur is de vrijstelling niet van toepassing omdat op de Rijnvaartverklaring geen exploitant staat vermeld en het Nederlandse G bv de exploitant is van het motorschip waar X op werkt. X stelt dat de inspecteur niet van de IB-aangifte mag afwijken omdat de SVB geen A1-verklaring heeft afgegeven.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat het ontbreken van een A1-verklaring niet tot gevolg heeft dat de inspecteur geen premies mag heffen. Wanneer geen A1-verklaring is afgegeven, kan daaruit hooguit de conclusie worden getrokken dat onzekerheid over de toepasselijke wetgeving bestaat. Volgens de rechtbank moet de inspecteur dan handelen overeenkomstig de Nederlandse sociale zekerheidswetgeving en de aanwijsregels die gelden voor Rijnvarenden. Aangezien X ingezetene van Nederland is en hij als Rijnvarende werkzaam is op een Nederlands schip, is hij verplicht verzekerd in Nederland. Dat Luxemburg een E-106-verklaring heeft afgegeven, is niet van belang omdat deze verklaring slechts ziet op prestaties bij ziekte en moederschap. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene Ouderdomswet 6

Algemene Ouderdomswet 2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Premieheffing, Internationale sociale zekerheid

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 10 juli

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen