De inspecteur legt een IB-aanslag 2006 aan X op naar een inkomen van € 19.791. De inspecteur heeft hierbij € 17.000 in aanmerking genomen op basis van een schatting. X is het daar niet mee eens en geeft aan dat hij in 2006 een zwervend bestaan in het buitenland leidde en geen vaste woon- of verblijfplaats had.
Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur er niet in is geslaagd aannemelijk te maken dat X het door hem geschatte bedrag aan inkomsten heeft genoten. Het hof wijst er daarbij op dat de inspecteur slechts heeft gesteld dat X – als alleenstaande man – dit bedrag nodig had voor zijn levensonderhoud. Uit de verklaringen die door X en zijn familieleden zijn afgelegd, concludeert het hof dat X in 2006 een zwervend bestaan in Italië leidde en daar tegen kost en inwoning af en toe werkzaamheden verrichtte. Het hof vermindert de aanslag.