De civiele kamer van Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de ledenobligaties aan X in privé toebehoren. Er kan dan geen sprake zijn van toedeling aan hem. Wel moet X de helft van de waarde van de ledenobligaties aan Y voldoen.

X (de man) en Y (de vrouw) zijn staande het huwelijk huwelijkse voorwaarden overeengekomen. In 2018 wordt de scheiding tussen X en Y uitgesproken. Een van de geschilpunten betreft de verdeling van de ledenobligaties Q. X stelt dat deze tot het ondernemingsvermogen van zijn melkveehouderij behoren en dus buiten de verrekening vallen, zoals overeengekomen in de huwelijkse voorwaarden. Y stelt dat geen sprake is van ondernemingsvermogen en wijst er op dat de ledenobligaties in box 3 zijn opgenomen en eist om verrekening.

De civiele kamer van Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de ledenobligaties aan X in privé toebehoren. Er kan dan geen sprake zijn van toedeling aan hem. Wel moet X de helft van de waarde van de ledenobligaties aan Y voldoen. Volgens het hof is de stelling van Y aannemelijk dat de ledenobligaties in 2015 van het ondernemingsvermogen zijn overgegaan naar het vermogen van X in privé. Zij zijn dan niet uitgesloten van verrekening.

Lees ook het thema Box 3.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 5.2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 12 augustus

19

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen