Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat belanghebbende zijn dienstbetrekking voor de bv in Nederland heeft uitgeoefend.

Belanghebbende (X) houdt de aandelen in A bv en ontvangt salaris en tantièmes van de bv. In zijn IB-aangiften over de jaren 2002-2005 geeft hij geen Nederlands inkomen aan, omdat hij in het Verenigd Koninkrijk woont. Uit informatie die de inspecteur uit het VK ontvangt, blijkt dat belanghebbende de inkomsten uit de bv ook in het VK niet heeft aangegeven. De inspecteur legt vervolgens (navorderings)aanslagen op.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat belanghebbende zijn dienstbetrekking voor de bv in Nederland heeft uitgeoefend. Uit de brieven van de Engelse gemachtigde van belanghebbende aan de Engelse fiscus blijkt namelijk dat belanghebbende in de jaren 2002-2005 zijn werkzaamheden voor de bv voornamelijk in Nederland heeft verricht. De rechtbank stelt vervolgens nog wel vast dat uit de resultatenrekening en de Vpb-aangifte blijkt dat de belastbare inkomens over de jaren 2004 en 2005 te hoog zijn vastgesteld. De rechtbank vermindert deze aanslagen.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage

2

Gerelateerde artikelen