Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting correct heeft toegepast. De aftrek is namelijk verleend onder toepassing van de methode van art. 20 lid 3 Belastingverdrag Nederland - Duitsland.

X woont in Nederland en geniet een Duitse invaliditeitsuitkering. In zijn IB-aangiften verzoekt X om een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. Volgens X is bij de aanslag de vermindering ter voorkoming van dubbele belasting onjuist toegepast. Verder is hij van mening dat de inspecteur de Duitse uitkering ten onrechte in het premie-inkomen heeft begrepen.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting correct heeft toegepast. De aftrek is namelijk verleend onder toepassing van de methode van art. 20 lid 3 Belastingverdrag Nederland - Duitsland. Gesteld noch gebleken is dat deze aftrek tot een onjuist bedrag is verleend. Ook heeft de inspecteur volgens het hof de Duitse uitkering terecht in het premie-inkomen begrepen. Het hof overweegt daarbij dat de Nederlandse wetgeving van toepassing is ten aanzien van de heffing van de PVV over de Duitse uitkering. Verder stelt het hof vast dat X geen vrijstelling heeft van de PVV-heffing in Nederland, en dat hij ook niet voldoet aan de voorwaarden voor een dergelijke vrijstelling. Het gelijk is aan de inspecteur.

Lees ook het thema Grensoverschrijdende arbeid: wonen in Nederland, werken in het buitenland.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen 20

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Internationaal belastingrecht, Internationale sociale zekerheid

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 27 september

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen