Hof Arnhem-Leeuwarden overweegt dat het bezwaar van marktkoopman X tegen de afgewezen vergunning voor een nieuwe standplaats tevens een opzegging inhoudt van de oude standplaats. Vanaf het moment van opzegging mag de heffingsambtenaar niet langer marktgelden heffen voor de oude standplaats.

Belanghebbende, X, maakt gebruikt van standplaatsen op het Petuniaplein en het plein Achter de Broeren, allebei in de gemeente Zwolle. In 2009 wijst de gemeente het verzoek van X af om een vergunning voor een standplaats in het nieuwe winkelcentrum Stadshagen. X maakt tegen deze weigering bezwaar en stelt daarbij "De marktplek Petuniaplein is hiermee vanzelfsprekend vervallen". In geschil zijn diverse facturen marktgelden voor een standplaats op het Petuniaplein.

Hof Arnhem-Leeuwarden overweegt dat het bezwaar van marktkoopman X tegen de afgewezen vergunning voor een nieuwe standplaats tevens een opzegging inhoudt van de oude standplaats. Vanaf dit moment van opzegging mag de heffingsambtenaar niet langer marktgelden heffen voor de oude standplaats aan het Petuniaplein. Over de periode voor de opzegging is legesheffing wel toegestaan. Dat X geen gebruik meer heeft gemaakt van de oude standplaats doet daarbij niet ter zake. Het gaat erom dat de standplaats aan X ter beschikking stond. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond en vernietigt een deel van de facturen marktgelden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 229

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 27 september

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen