Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X niet verder kan afschrijven op de panden. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat de boekwaarden van de genoemde panden hoger zijn dan de WOZ-waarden per waardepeildatum 1 januari 2011. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
X bv handelt in onroerende zaken. Naar aanleiding van de door X bv ingediende VPB-aangifte 2012 corrigeert de inspecteur de door X bv opgevoerde afschrijvingslast van de gebouwen. X bv is het hier niet mee eens. Verder is volgens haar ten onrechte € 207.000 tot de winst gerekend in verband met de verkoop van een aantal panden en moet het restant van de boekwaarde van een pand ten laste van de winst worden gebracht.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2021/8.1.1) oordeelt dat X niet verder kan afschrijven op de panden. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat de boekwaarden van de genoemde panden hoger zijn dan de WOZ-waarden per waardepeildatum 1 januari 2011. Voor een aantal panden heeft X ter zitting bij Rechtbank Gelderland te kennen gegeven dat niet meer in geschil is dat op deze panden niet meer kan worden afgeschreven. In hoger beroep kan X daar dan niet meer op terugkomen. Ook is in 2012 geen plaats voor de door X bepleite afwaardering, omdat de panden reeds in 2010 zijn verkocht en winstneming in 2010 met toepassing van de foutenleer niet kan worden teruggedraaid. Het betreffen namelijk fouten uit het verleden die geen betrekking hebben op de balanswaardering. Deze fouten kunnen dan niet worden hersteld. Het gelijk is aan de inspecteur. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Lees ook het thema Afschrijving van gebouwen.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.30a
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hoge Raad