Volgens Hof 's-Hertogenbosch heeft de inspecteur een ambtelijk verzuim begaan door geen onderzoek in te stellen. Omdat er geen sprake is van kwade trouw, vernietigt het hof de navorderingsaanslag.

De gemeente A levert in 2002 voor ruim € 1 mln bouwgrond aan belanghebbende, X. Op de grond mag alleen bedrijfsruimte worden gebouwd. Verder zijn nog een anti-speculatiebeding en boeteclausules opgenomen. Vanaf eind 2002 ligt de ontwikkeling van het bouwplan volledig stil. In 2003 levert X de bouwgrond voor € 1.895.000 aan zijn bv (B bv). Naar aanleiding van een boekenonderzoek stelt de inspecteur dat er sprake is van een winstuitdeling. Hij legt vervolgens een IB-navorderingsaanslag op. X stelt dat er sprake is van een ambtelijk verzuim. Volgens Rechtbank Breda heeft de inspecteur geen ambtelijk verzuim begaan. Vervolgens oordeelt de rechtbank dat er sprake is van een winstuitdeling.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur een ambtelijk verzuim heeft begaan. Vervolgens stelt het hof vast dat er geen sprake van kwade trouw is bij X. Het hof overweegt daarbij dat de informatie die de inspecteur ten tijde van het opleggen van de primitieve IB- en VPB-aanslagen ter beschikking stond aanleiding had moeten geven om nadere informatie op te vragen. Over de kwade trouw merkt het hof op dat X zich bij de verkoop van de bouwgrond aan de bv baseerde op een taxatierapport van een gerenommeerde plaatselijke taxateur. X hoefde volgens het hof dan ook niet te twijfelen aan de juistheid van de taxatie. Het hof stelt X in het gelijk.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

4

Gerelateerde artikelen