X en Y wonen in 2008 in een woonboerderij. Op 13 mei 2008 hebben zij de woning verkocht aan D. D koopt de woning voor € 370.000. Ook hebben X en Y als tegenprestatie een bouwkavel verkregen met een waarde van € 200.000. X en Y zijn bij de berekening van de eigenwoningreserve uitgegaan van de WOZ-waarde van de woning, vastgesteld voor het jaar 2008 met als waardepeildatum 1 januari 2007, van € 229.000. De inspecteur berekent de eigenwoningreserve op € 462.742; X en Y op € 98.718. In hoger beroep is het bedrag van de eigenwoningreserve ultimo 2008 in geschil.
Hof Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de stand van de eigenwoningreserve ultimo 2008 op juiste wijze heeft vastgesteld. Er is geen ruimte de door X en Y ontvangen koopsom te splitsen in een deel dat wel en een deel dat niet meetelt als tegenprestatie in de zin van de bijleenregeling. Het hoger beroep is ongegrond.