De geheimhoudingskamer van Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur na verwijzing door de Hoge Raad niet een tweede kans krijgt om de naam van de tipgever geheim te houden.

Aan X zijn diverse (navorderings)aanslagen IB/PVV opgelegd. Hof Arnhem-Leeuwarden vernietigt deze aanslagen, omdat de inspecteur naar het oordeel van het hof op onrechtmatige wijze heeft geweigerd de naam van de tipgever bekend te maken. De Hoge Raad oordeelt dat het niet bekend maken van de naam van de tipgever onvoldoende aanleiding is om de aanslagen in deze zaak te vernietigen (HR 18 december 2015, nr. 15/01348, V-N 2015/66.4). Volgt verwijzing naar Hof 's-Hertogenbosch.

De geheimhoudingskamer van Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur na verwijzing door de Hoge Raad niet een tweede kans krijgt om de naam van de tipgever geheim te houden. Hof Arnhem-Leeuwarden heeft geoordeeld dat kon worden volstaan met beantwoording van de vraag welke gevolgen moeten worden verbonden aan de volharding van de inspecteur om alle stukken te overleggen. De staatssecretaris heeft dit oordeel in cassatie tevergeefs bestreden, zodat dit oordeel onaantastbaar is geworden (HR 28 oktober 2011, 10/04492, V-N 2011/53.7). Dit volgt naar het voorlopige oordeel van de geheimhoudingskamer uit het verwijzingsarrest. De Inspecteur krijgt na verwijzing door de Hoge Raad niet een tweede kans om de naam van de tipgever geheim te mogen houden. De geheimhoudingskamer ziet vooralsnog geen rol voor zichzelf weggelegd en verwijst de zaak naar de Meervoudige Kamer die de procedures van X inhoudelijk zal gaan behandelen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:31

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 4 april

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen