Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat X (ook) in 2015 inkomsten had uit het drogen en/of verhandelen van hennep. De rechtbank vernietigt de voorlopige aanslag.

De inspecteur legt aan belanghebbende, X, een voorlopige aanslag IB/PVV 2015 op naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 75.000. Hierin is een bedrag van € 45.500 begrepen aan inkomsten uit hennepteelt. Bij een doorzoeking van de woning van X in 2014 was in de kelder een hennepdrogerij aangetroffen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat X (ook) in 2015 inkomsten had uit het drogen en/of verhandelen van hennep. De hoeveelheid hennep (8,3 gram) die is aangetroffen in de auto van X, wijst eerder op eigen gebruik dan op hennepteelt. Dat ook een weegschaal en enkele lege zakjes zijn aangetroffen, doet aan het voorgaande niet af. Ook de verwijzing van de inspecteur naar het stroomverbruik van X in 2015 is onvoldoende. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de meterstanden gedeeltelijk zijn geschat door de energieleverancier, zodat het exacte energieverbruik niet kan worden bepaald. De inspecteur heeft volgens de rechtbank niet aannemelijk gemaakt dat er een aanmerkelijk verschil is tussen het te verwachten bedrag van de definitieve aanslag en de voorheffingen. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en vernietigt de voorlopige aanslag.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 13

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 21 april

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen