Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur mocht navorderen ter zake van kapitaalsuitkeringen uit oud regime lijfrenten, nu hij over een nieuw feit beschikt. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

X heeft in 2002 kapitaalsuitkeringen genoten uit twee kapitaalverzekeringen met lijfrenteclausule. X heeft de uitkeringen in plaats van in het jaar 2002, in 2003 aangegeven. In 2008 is de aanslag over 2003 opgelegd, waarbij ook de kapitaalsuitkeringen in de heffing zijn betrokken. X gaat in beroep. Vóór de zitting ontvangt X van de inspecteur de mededeling dat hij niet zal navorderen over 2002 als X zijn beroep tegen de aanslag 2003 intrekt. X trekt zijn beroep niet in. De inspecteur legt een navorderingsaanslag 2002 op. Ook hiertegen gaat X in beroep. In hoger beroep is onder meer in geschil of de inspecteur ter zake van de navordering over het jaar 2002 over een nieuw feit beschikt.

Hof 's-Hertogenbosch (MK II, 19 mei 2011, 10/00017, V-N 2011/52.1.1) oordeelt - in navolging van de rechtbank - dat de inspecteur beschikt over een nieuw feit, benodigd voor navordering. Er is geen sprake van een door de inspecteur gepleegd ambtelijk verzuim. Voorts is van schending van enig algemeen beginsel van behoorlijk bestuur niet gebleken. Ook overigens heeft X geen grieven aangevoerd die tot vernietiging van de onderhavige aanslag kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

0

Gerelateerde artikelen