X heeft op 10 juli 2013 met de auto gebruik gemaakt van de weg. Omdat het kenteken van de auto op dat moment geschorst was is aan X de in geschil zijnde naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting opgelegd met vergrijpboete. X stelt dat zij ten onrechte niet in de gelegenheid is gesteld om te worden gehoord.
Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant behoort tot de stukken van het geding de ontvangstbevestiging van het bezwaarschrift. Hierin staat dat X in de gelegenheid wordt gesteld te worden gehoord op haar verzoek. Niet gesteld of aannemelijk is geworden dat de inspecteur, bij uitblijven van een reactie van X, contact met haar heeft opgenomen. Door dit niet te doen is sprake van schending van de hoorplicht. Omdat partijen van mening verschillen over de feiten is X door het niet-horen benadeeld. Dit klemt temeer omdat er sprake is van een boete. Artikel 8:51a Awb bepaalt dat de rechter het bestuursorgaan in de gelegenheid kan stellen om een gebrek in het bestreden besluit te herstellen (bestuurlijke lus). De rechtbank stelt de inspecteur in de gelegenheid om X alsnog volgens de regels te horen. De zaak wordt geschorst in afwachting van nadere berichten van de inspecteur.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 28 augustus