Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur een navorderingsaanslag mag opleggen, ondanks het feit dat hij de uitworpredenen bij het opleggen van de aanslag niet nader heeft onderzocht. De resultaten van een FIOD-onderzoek naar bepaalde giften vormen een nieuw feit dat navordering rechtvaardigt. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

X claimt in haar aangifte IB/PVV 2012 onder andere aftrek van een gift aan de Islamitische Universiteit Europa (IUE). X ontvangt in 2013 een voorlopige aanslag die conform de aangifte is opgelegd. In 2017 legt de inspecteur een navorderingsaanslag met vergrijpboete en belastingrente op. Volgens de inspecteur vormen de resultaten van een FIOD-onderzoek naar giften aan de IUE een nieuw feit dat navordering rechtvaardigt. In hoger beroep is onder andere in geschil of de inspecteur de navorderingsaanslag terecht heeft opgelegd.

Hof Den Haag (V-N 2023/14.1.7) oordeelt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de inspecteur een ambtelijk verzuim heeft begaan wegens het niet doen van nader onderzoek na uitworp van de aangifte. Bovendien is de ANBI-status ingetrokken wegens administratieve onvolkomenheden bij de IUE. De gebreken in de administratie van de IUE op het moment van intrekking van de ANBI-status konden niet worden toegerekend aan individuele belastingplichtigen. Het hoger beroep van de inspecteur is gegrond. X gaat in cassatie, maar motiveert het beroep te laat. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 18 mei

35

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen