Rechtbank Den Haag oordeelt dat de Belastingdienst het per e-mail ingediende bezwaarschrift van X ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard.

Belanghebbende, X, heeft bezwaar gemaakt tegen een navorderingsaanslag IB/PVV 2008. In geschil is of de inspecteur dit bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de Belastingdienst het per e-mail ingediende bezwaarschrift van X ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. Aan het bezwaar, dat op de laatste dag van de termijn is ingediend, kleefde een vormverzuim doordat het op een niet-voorgeschreven wijze is ingediend. De inspecteur had X echter de gelegenheid moeten bieden om dit verzuim te herstellen. In dit geval heeft X het verzuim al hersteld voordat hem een herstelmogelijkheid is geboden. Hij heeft namelijk drie dagen na de e-mail het bezwaar ingediend bij de balie van de Belastingdienst. De rechtbank verklaart het bezwaar alsnog ontvankelijk. De rechtbank wijst de zaak terug naar de inspecteur, ondanks het verzoek van X aan de rechtbank om de zaak inhoudelijk te behandelen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 22 maart

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen