Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat X zich als eigenaar van recreatiewoningen niet kan beroepen op de gunstige fiscale behandeling van eigenaren van stacaravans op recreatieterreinen door de gemeente Veere. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, X, is het niet eens met aanslagen rioolheffing (eigenarendeel en gebruikersdeel) voor vier recreatiewoningen.

Hof ’s-Hertogenbosch ( V-N Vandaag 2018/2090) oordeelt dat X zich als eigenaar van recreatiewoningen niet kan beroepen op de gunstige fiscale behandeling van eigenaren van stacaravans op recreatieterreinen door de gemeente Veere. Het gevoerde beleid berust op een onjuiste rechtsopvatting ten aanzien van deze eigenaren van stacaravans. Aannemelijk is dat het beleid zonder die onjuiste rechtsopvatting achterwege zou zijn gebleven. Een ongelijkheid die wordt veroorzaakt door op een onjuiste rechtsopvatting berustend beleid kan niet leiden tot een geslaagd beroep op het gelijkheidsbeginsel door belastingplichtigen die niet tot de voormelde bepaalde groep behoren (vgl. HR 27 januari 2006, nr. 39.407, V-N 2006/8.4). De aanslagen rioolheffing eigenarendeel zijn terecht aan X opgelegd. Hetzelfde geldt ook voor de aanslagen voor het gebruikersdeel. Het hof oordeelt dat X behalve eigenaar namelijk ook moet worden aangemerkt als gebruiker van de vier recreatiewoningen. De door X overgelegde huurovereenkomsten zijn volgens het hof niet van doorslaggevend belang. Het hoger beroep van de heffingsambtenaar is gegrond.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 228a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hoge Raad

Editie: 22 maart

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen