De voorzieningenrechter van Rechtbank Noord-Holland gaat niet mee in het verzoek van X om de inspecteur te verplichten alle stukken ter inzage te verstrekken.

Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen een informatiebeschikking. X vraagt de voorzieningenrechter van Rechtbank Noord-Holland om de inspecteur te verplichten onmiddellijk alle op de zaak betrekking hebbende stukken aan hem ter inzage te verstrekken.

De voorzieningenrechter van Rechtbank Noord-Holland gaat niet mee in het verzoek van X om de inspecteur te verplichten alle stukken ter inzage te verstrekken. Hoewel de procesbeslissing van de inspecteur niet zelfstandig vatbaar is voor bezwaar en beroep is wel voldaan aan de eis van materiële connexiteit tussen de gevraagde voorziening en de bestreden informatiebeschikking. Het verzoek is daarom ontvankelijk. Er is voldoende spoedeisend belang. Inhoudelijk wijst de rechtbank het verzoek echter af. De beslissing van de inspecteur om toepassing te geven aan artikel 7:4 lid 6 van de Awb is niet ontegenzeggelijk onjuist, terwijl een toewijzing van de gevraagde voorziening onomkeerbare gevolgen heeft voor de thans nog geheim gehouden stukken. Ook zou het treffen van de gevraagde voorziening de autonome bevoegdheid van de inspecteur om de bezwaarprocedure binnen de kaders van de wet naar eigen inzicht in te richten doorkruisen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:81

Algemene wet bestuursrecht 7:4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 22 maart

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen