X verzoekt de inspecteur om uitstel te verlenen voor het indienen van de IB-aangifte 2013. De inspecteur antwoordt dat er geen uitnodiging tot het doen van een aangifte is verstuurd, en dat hij het uitstelverzoek in behandeling zal nemen zodra dat is gebeurd. Op 15 januari 2015 wordt X vervolgens uitgenodigd om aangifte te doen, waarop de inspecteur op 30 januari 2015 uitstel verleent tot 1 augustus 2015. Omdat X geen aangifte indient, legt de inspecteur op 31 december 2015 ambtshalve een aanslag op. X stelt dat de inspecteur het vertrouwen heeft gewekt dat zij geen aangifte hoeft te doen.
Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur niet het vertrouwen heeft gewekt dat X geen aangifte hoeft te doen. Volgens het hof houdt de reactie van de inspecteur namelijk slechts in dat het verzoek is afgewezen, omdat er nog geen uitnodiging tot het doen van aangifte is verstuurd. Vervolgens honoreert het hof ook niet het verzoek van X om de ontvangen partneralimentatie deels aan te merken als kinderalimentatie. De ex-partner van X is namelijk veroordeeld tot het betalen van partneralimentatie. De aanslag blijft in stand.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 11