Belanghebbende (X) verzoekt in haar IB-aangifte over het jaar 2006 om verhoging van de gecombineerde heffingskorting. Bij VA verleent de inspecteur de algemene heffingskorting, deze wordt vervolgens met de aanslag weer teruggenomen. Belanghebbende is het daar niet mee eens en dient op 17 augustus 2009 een bezwaarschrift in. Belanghebbende ontvangt vervolgens een op 19 augustus 2009 gedagtekende brief van de Belastingdienst, waarin wordt aangegeven dat aan haar een onjuiste aanslag is opgelegd. In beroep stelt belanghebbende dat zij er – gezien de brief, en het feit dat over de jaren 2002-2005 haar verzoek om verhoging van de gecombineerde heffingskorting er toe had geleid dat zij de algemene heffingskorting had genoten – op mocht vertrouwen dat zij voor 2006 ook recht had op de algemene heffingskorting.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de aanslagregeling over de voorgaande jaren en de brief uit 2009 niet het vertrouwen bij belanghebbende kunnen hebben gewekt dat zij recht had op toepassing van de algemene heffingskorting. Het hof overweegt hierbij dat er geen sprake is van een door de inspecteur bij de aanslagregeling voor de jaren 2002-2005 gevolgde gedragslijn die berust op een toezegging waarvan belanghebbende mocht menen dat zij ook voor het jaar 2006 zou gelden. Het gelijk is aan de inspecteur.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch