De IW 1990 biedt onvoldoende ruimte om rekening te houden met de omstandigheden van mensen, bij de bekendmaking van de aanslag aan belastingschuldigen. Dat schrijft staatssecretaris Van Rij Financiën naar aanleiding van Kamervragen over de hoofdlijnenbrief verankering hardheidsclausule IW 1990 (Kamerstukken II 2022/23, 31066, nr. 1242).

Uit de antwoorden in de Kamerbrief blijkt dat bij de hardheidsclausule IW 1990 wordt aangesloten bij de vormgeving en het proces van de hardheidsclausule in de AWR. Dit betekent dat tegen de weigering tot het toepassen van de hardheidslausule IW 1990 net als thans geldt voor de hardheidsclausule AWR geen beroep openstaat. Tevens behandelt de Kamerbrief vragen over de Wet stroomlijnen en de herijking van de IW 1990 die eveneens in de hoofdlijnenbrief zijn behandeld. Hieruit blijkt onder andere dat om de rechtsbescherming bij uitstel van betaling en kwijtschelding van lokale belastingen conform de Wet stroomlijnen te kunnen realiseren maximaal 50 extra rechters en 75 extra gerechtsjuristen nodig zijn. De herijking van de IW 1990 biedt onvoldoende ruimte om rekening te houden met de omstandigheden van mensen, bij de bekendmaking van de aanslag. Het kabinet acht dit niet wenselijk. Daarom wordt onderzocht of een openbare bekendmaking met een online publicatie van belastingaanslagen voldoende waarborgen biedt voor de schuldenaar en of dit ook door belastingschuldigen wordt beschouwd als een passend alternatief.

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 63

Rubriek: Invordering

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 15 september

Informatiesoort: VN Vandaag

Focus: Focus

728

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen