De fiscaal partner van de erflater kan de doorschuifregeling bij vererving van een aanmerkelijk belang (art. 4.12a Wet IB 2001) toepassen als het door de erflater genoten inkomen uit aanmerkelijk belang ter zake van de overgang krachtens erfrecht wordt toegerekend aan de fiscaal partner van de erflater. Dit staat in een standpunt van de Kennisgroep aanmerkelijk belang.

X en Y zijn in algehele gemeenschap van goederen gehuwd. Tot de huwelijksgoederengemeenschap behoren alle aandelen in Z BV. Het vermogen van Z BV bestaat uitsluitend uit beleggingsvermogen. X overlijdt. Y is enig erfgenaam en erft de onverdeelde helft van de aandelen in Z BV. Ter zake van deze overgang krachtens erfrecht geniet X een vervreemdingsvoordeel uit aanmerkelijk belang van € 1.000.000. Op basis van art. 2.17 lid 2 en lid 7 Wet IB 2001 wordt dit vervreemdingsvoordeel aan Y toegerekend. Bij X is hierdoor geen inkomen uit aanmerkelijk belang in aanmerking genomen. Binnen 24 maanden na het overlijden van X keert Z BV een dividend van € 1.000.000 uit aan Y. Y kan op verzoek de faciliteit van art. 4.12a Wet IB 2001 toepassen op de dividenduitkering van Z BV.

Lees ook het thema Betalingsfaciliteit bij vervreemding box 2‑aandelen.

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 2.17

Wet inkomstenbelasting 2001 4.12a

[Nieuwsbron]

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 2 december

Informatiesoort: VN Vandaag

Focus: Focus

863

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen