De Belastingdienst is van mening dat in dergelijke situaties geen fiscale eenheid omzetbelasting gevormd kan worden omdat financiële verwevenheid ontbreekt. Voor de onderbouwing van deze stelling wordt door de Belastingdienst een beroep gedaan op het civiele recht. De zeggenschapsverhoudingen worden door de inbreng van economisch eigendom niet veranderd ten opzichte van de situatie voor het aangaan van de maatschap. Iedere maat houdt bij inbreng in de maatschap een deel van de zeggenschap. Door inbreng gaat de economische eigendom niet behoren tot aan de maten gezamenlijk. Daarnaast kunnen partijen volgens de Belastingdienst niet worden aangemerkt als samenwerkende groep, waardoor het vervullen van de voorwaarde financiële verwevenheid via deze weg ook is uitgesloten.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 7
[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 31 maart