Een rekeninghouder kan het tegoed op zijn lijfrenterekening bij in leven zijn niet aanwenden voor een nabestaandenlijfrenterekening. Dat staat in een standpunt van de Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting.

Een AOW-gerechtigde rekeninghouder heeft een lijfrenterekening en moet het tegoed binnen de wettelijke termijn gebruiken voor aankoop van een uitkerende oudedagslijfrente. De rekeninghouder wil het tegoed liever (gedeeltelijk) aanwenden voor een nabestaandenlijfrente, die pas gaat uitkeren na zijn overlijden.

Volgens de kennisgroep is het zolang de rekeninghouder in leven is niet mogelijk om het tegoed, binnen of buiten de wettelijke termijn, aan te wenden voor een nabestaandenlijfrenterekening. De inleg op een nabestaandenlijfrente komt ook niet in aanmerking voor aftrek als uitgave voor inkomensvoorzieningen.

Als het tegoed wel binnen de wettelijke termijn wordt aangewend als nabestaandenlijfrente wordt dit aangemerkt als een verboden handeling met heffing van inkomstenbelasting en eventueel revisierente als gevolg.

Lees ook het thema Lijfrenten.

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.133

Wet inkomstenbelasting 2001 3.126a

[Nieuwsbron]

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 11 november

Informatiesoort: VN Vandaag

284

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen