Uitgangspunt van de Wet open overheid (hierna: Woo) is dat de fiscale geheimhoudingsplicht vóórgaat op openbaarmaking. Volgens de Kennisgroep formeel recht heeft dit concreet tot gevolg dat een Belastingdienstmedewerker passages in stukken waarop de geheimhoudingsplicht ziet eerst moet lakken voordat hij deze kan delen met een collega die een Woo-verzoek in behandeling heeft.

Kennisgroepen van de Belastingdienst kunnen een standpunt innemen over hoe het recht moet worden uitgelegd en toegepast. De Belastingdienst openbaart vanaf 2023 actief nieuwe standpunten en deelt ook de standpunten vanaf 1 januari 2022 via haar website. Hiermee geeft de Belastingdienst invulling aan de verplichte actieve openbaring van de Woo. Burgers kunnen daarnaast op basis van de Woo ook zelf vragen om openbaarmaking van kennisgroepstandpunten van vóór 2022. Dit wordt ook wel passieve openbaarmaking genoemd.

Doordat in art. 8.8 van de Woo staat dat bij zowel actieve als passieve openbaarmaking de geheimhoudingsplicht van art. 67 AWR voorgaat op de Woo, heeft dit gevolgen voor de wijze waarop een Belastingdienstmedewerker informatie kan delen met collega’s. De uitvoering van de Woo kan immers niet worden aangemerkt als de uitvoering van de belastingwet of de invordering van een rijksbelasting. In het kader van de Woo kan de geheimhoudingsplicht van art. 67 (uitsluitend) na het verkrijgen van een ontheffing van de Minister van Financiën worden opgeheven.

Wetsartikelen:

Wet open overheid 3.1

Wet open overheid 4.1

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67

Wet open overheid 8.8

[Nieuwsbron]

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Belastingrecht algemeen

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 25 november

Informatiesoort: VN Vandaag

378

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen