Belanghebbende, mevrouw X, is in 2003 buiten Nederland gehuwd met Y. In 2006 is zij met haar kind naar Nederland gevlucht in verband met de oorlog in Burundi. Y is al eerder naar elders gevlucht in verband met de dreiging voor hem in Burundi. In 2007 verkrijgt X een verblijfsvergunning. Y komt een jaar later via Vluchtelingenwerk naar Nederland en verblijft in 2008 in een asielzoekerscentrum. In juni 2009 verkrijgt hij een verblijfsvergunning en herenigt hij zich met zijn echtgenote en kind. X ontvangt een voorschotbeschikking kinderopvangtoeslag over 2008 van totaal € 8.578. De inspecteur herziet de beschikking naar nihil omdat X in haar aanvraag niet heeft vermeld dat zij is gehuwd met Y, die hij aanmerkt als haar toeslagpartner.
Rechtbank 's-Gravenhave overweegt dat op grond van de Algemene Wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) onder partner wordt verstaan, de niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot. Van duurzaam gescheiden leven is volgens de Hoge Raad (AY0692) ook sprake indien de echtelijke samenleving ongewild is verbroken, en niet valt te verwachten dat een hereniging binnen afzienbare tijd mogelijk wordt. X voldoet aan beide vereisten zodat X in 2008 geen toeslagpartner heeft en recht heeft op kinderopvangtoeslag. De rechtbank voert daartoe aan dat Y in 2008 in verband met de lopende asielprocedure niet bij X kon gaan wonen en hervatting van de echtelijke samenleving binnen afzienbare tijd niet viel te verwachten omdat niet duidelijk was of en wanneer Y definitief tot Nederland zou worden toegelaten, asielprocedures jaren kunnen duren en een aanvraag ook afgewezen kan worden. De rechtbank verklaart het beroep gegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage