Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur de aftrek specifieke zorgkosten die X in haar aangifte 2018 in aanmerking heeft genomen, terecht heeft geweigerd. Dat uitgaven van een alleenstaande wegens behandeling bij een spermabank niet aftrekbaar zijn, omdat de behandeling geen betrekking had op een medische aandoening, levert geen ongelijke behandeling op.

X heeft bij de aangifte IB/PVV 2018 € 3.882 aan specifieke zorgkosten in aftrek gebracht. De inspecteur laat de aftrek niet toe. In geschil is of X recht heeft op de aftrek. Het gaat in het bijzonder om uitgaven voor farmaceutische hulpmiddelen en uitgaven wegens een behandeling als alleenstaande bij de spermabank van Medisch Centrum Kinderwens.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat, hoewel de farmaceutische hulpmiddelen zijn voorgeschreven door een arts, X er niet in is geslaagd aannemelijk te maken dat de voorgeschreven farmaceutische hulpmiddelen uitsluitend worden gebruikt wegens ziekte of aandoening. Wat betreft de uitgaven wegens de behandeling bij de spermabank oordeelt de rechtbank dat niet voldaan is aan het vereiste dat de uitgaven zijn voldaan wegens ziekte of invaliditeit. De behandeling had geen betrekking op een medische aandoening, maar hing samen met de feitelijke omstandigheid dat X geen partner had. De rechtbank oordeelt dat geen sprake is van een ongelijke behandeling, omdat de situatie van X niet vergelijkbaar is met de situatie waarin een stel om medische redenen een dergelijke behandeling ondergaat. X doet tevergeefs een beroep op het vertrouwensbeginsel. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Wet inkomstenbelasting 2001 6.1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

39

Gerelateerde artikelen